Al dagenlang regent het bergen verdriet, alsof ik jaren aan niet geuit verdriet nu toe aan het laten ben. Onze oude poezendame loopt aan haar einde, ik zit soms uren bij haar. Dan aai ik haar, kijk naar haar, let op haar. Vertel haar zachtjes dat ze mag gaan, dat ze mag loslaten. Soms klinkt het alsof ik deze woorden tegen delen in mijzelf vertel, de delen die het moeilijk hebben, die enorm strijden, die vasthouden aan iets dat niet meer is.
Dit schreef ik vorige week, ik kwam niet toe aan verder schrijven omdat de zorgen voor de oude poezendame mij steeds meer in beslag namen. Het was duidelijk dat ze aan het eind van haar tijd op deze aarde aan het raken was, in het weekend kwamen beide kinderen langs om afscheid te nemen. Kaatje had 13,5 jaar deel uitgemaakt van ons leven, voor mijn kinderen is dat de helft van hun leven. Het raakte me dat ze langskwamen om afscheid te nemen, de oude dame werd met zoveel liefde omarmd. Er werd gefluisterd dat ze mocht gaan, ze werd bedankt voor de mooie tijd die ze ons gegeven heeft. Ik hoopte zo dat de natuur zijn gang zou gaan maar ik wilde ook dat haar lijden niet onnodig lang zou duren, dus had ik mij voorgenomen dat als ze in het weekend niet zelf was gegaan ik haar zou laten inslapen. Een moeilijke en verdrietige beslissing, die zoveel dubbele gevoelens opriep.
Maandagochtend wist ik dat ik die moeilijke afslag moest nemen en belde met de dierenarts, we konden pas in de middag terecht. Er volgden moeilijke uren maar ik hoefde deze niet alleen mee te maken. Mijn zoon was langsgekomen en zou mee gaan naar de dierenarts, mijn dochter zou ik later ophalen en dan zouden we met zijn drietjes naar het dierencrematorium gaan.
Toen mijn zoon heel goed zijn grenzen herkende en aangaf dat hij wel mee zou gaan naar de dierenarts maar niet bij het inslapen wilden zijn belde ik mijn dochter, zij gaf aan wel mee te willen gaan. Ik voelde me gedragen door hun liefde, voor kaatje maar ook voor mij, hun moeder.
Het was verdrietig maar ook erg bijzonder om zo onze oude dame te ondersteunen in haar laatste uren.
Later op de dag waren zoon en ik samen, we deden boodschappen om samen te koken en eten. Tijdens het eten ontstond een mooi gesprek. Mijn zoon concludeerde dat ik de laatste jaren best veel processen van verlies, rouw en afscheid meegemaakt had. Ik liet hem praten omdat ik benieuwd was naar wat hij zag en hij wist feilloos zijn vinger op de gevoelige plekken te leggen. Het verlies van mijn vader die overleed, het verlies van mijn moeder die door hersenbeschadiging en rouw een andere vrouw werd en waarin ik een groot deel van de moeder die ik had verloren ben en het verlies van delen van mijn partner door een herseninfarct. Het maakte me stil en dankbaar, die geweldig mooie zoon van mij die nu deze inzichten met mij deelde en die pracht dochter van me die nu eens voor mij zorgde en mij dingen uit handen nam waar ik als mantelzorger het vaak bij haar doe. En dit alles had kaatje teweeg gebracht met haar aanwezigheid, altijd al was ze een gever, gaf ze helende en prettige energie en zelfs nu ze er niet meer was gaf ze nog.
Voor mij was kaatje altijd verbonden met mij en ik met haar. Ze voelde me aan, ze gaf me rust, ze bewoog op een manier dat ze mij me bewust kon maken van mijzelf. Nu ze verder leeft in mijn hart lijkt het op dit moment alsof er een explosie is ontstaan aan inzichten en bewustzijnsmomenten. Op dit moment is dat vooral het besef dat ik veel heb om te verwerken, er is veel waarvan ik moet helen. Er zijn verliezen die ik nog niet volledig een plek gegeven heb.