In de maalstroom van leven gebeurt veel, veel dat me bezighoudt, veel dat me raakt. Mooie dingen die ik mee mag maken, confronterende spiegels die ik tegenkom. Het lukt me niet om te schrijven, al ben ik niet echt iemand van chronische volgorde van schrijfsels ik betrap mijzelf erop dat ik in mijn hoofd nog steeds bezig ben met iets van maanden geleden. In gedachten ben ik daarover aan het schrijven, en in de tussentijd maak ik in mijn hoofd een index van andere gebeurtenissen waar ik over wil schrijven.
En als dan eindelijk de rust er is dan voel ik me zo intens moe, te moe om de ruimte in te nemen, te moe om stil te staan bij wat er speelt, wat het met me doet, wat er in mij geraakt wordt. En tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat ik mij als een struisvogel gedraag, ik steek mijn kop in het zand en doe even of het er allemaal niet is. Omdat ik dan makkelijker kan vasthouden aan niet hoeven schrijven.
Lastig hoor, als je al meer dan 20 jaar schrijft over wat er in je leven speelt, of eigenlijk vooral over wat er in je binnenste leeft en speelt.
Aan alles voel ik dat ik stappen moet gaan zetten, ik zit vol, ik loop over. Woorden raken verstrikt in de kluwen gedachten en gevoelens die door elkaar buitelen. En ik…ik zit op een bankje, kijk vanaf een afstand. Naar de hoeveelheid, de intensiteit, naar het vele dat er gebeurt, naar het mooie, naar de impact en ik denk…..’die woorden komen wel. Laat los die druk dat je moét schrijven, je legt het jezelf op’
Soms zou ik een tovenaar willen zijn, dat ik met één handbeweging die maalstroom stil kon zetten zodat ik tijd kreeg om op adem te komen, om rustig te laten bezinken.